-
1 breed
n. ras, soort--------v. vermenigvuldigen; dieren grootbrengen; fokken; veroorzakenbreed1[ brie:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ras ⇒ aard, soort————————breed2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 kweken ⇒ opvoeden, opleiden♦voorbeelden:well bred • goed opgevoed, welgemanierd -
2 he is a Londoner born and bred
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский